maandag 24 november 2008

Le Beaujolais nouveau est arrivé!

Martinique mag dan in de eerste plaats misschien een tropisch eiland zijn, het blijft natuurlijk ook een department van Frankrijk. Een heleboel Franse gewoontes en tradities worden hier dan ook vlotjes overgenomen. Zo wordt er bijvoorbeeld ontzettend veel champagne gedronken. Het champagneverbruik per persoon ligt hoger op de Franse Antillen dan in welke andere plaats in Frankrijk ook. Kan tellen, niet? Zeker gezien het feit dat ze al zo goed als alle rum die hier geproduceerd wordt lekker zelf opdrinken. Een bende dronkaards zijn het, die Antillianen.

Vorige week donderdag was het groot feest, want… Le Beaujolais nouveau est arrivé! En feest was het zeker. Alle restaurants hingen vol met vlaggetjes en posters, aan de deur een kraampje met proevertjes, en de obers en serveuses droegen grappige rieten hoedjes, allemaal om aan te duiden dat ie er was, de primeur.

Nu, om eerlijk te zijn, ik kende het concept eigenlijk niet. Uiteraard kende ik wel de wijn, maar de traditie? Nope, nog nooit van gehoord. Ik had er geen idee van dat er zoveel te doen was rond die derde donderdag van november. En ik moet zowat de enige op deze aardbol zijn, want blijkt dat diezelfde nacht nog karrenvrachten vol van het goedje naar alle einden van de wereld wordt gevlogen. Vooral de Japanners zijn er wild van.

Die donderdagmiddag was ik met mijn college Laurence op stap, en we gingen snel een hapje eten. Toen we een retaurantje wilden binnenstappen, werden we tegengehouden door een wild-enthousiaste (dronken?) man met een hoedje, die ons de eerste slok Beaujolais 2008 aanbood. Ik moet waarschijnlijk nogal vreemd hebben gekeken, want de man had al snel door dat ik er geen snars van begreep, en begon – nog enthousiaster dan hij al was – in geuren en kleuren te vertellen over de Beaujolais, Georges Dubœf, over de wijn van de eerste persing, z’n paars-roze kleur, en z’n fruitige maar lichte afdronk. Omdat ik de man niet wilde teleurstellen, accepteerde ik dan ook een mini-glaasje om eens te proeven.

Voorzichtig nipte ik van mijn bekertje en hield de wijn even in mijn mond om goed te kunnen proeven… (Oh mon Dieu, waar kan ik dit uitspuwen? Nee Roselyne, uitspuwen is niet erg beleefd. Doorslikken die handel!) …SLIK… “En??” De man keek me vol verwachting aan. “Beetje zuur,” zei ik met een citroengezicht (ondertussen diezelfde slok voor de derde keer doorslikkende). “Oh,” zei hij, toch wel licht teleurgesteld. “Ja, een beetje zurig is hij natuurlijk wel. Maar vind je hem niet licht en fris smaken?” Half verontschuldigend haalde ik mijn schouders op, en sleurde Laurence snel mee naar binnen, om me uit deze genante situatie te bevrijden.

Toen we dan uiteindelijk aan onze tafel zaten, kwam er ditmaal een vrolijk meisje met een hoedje, en een fles in de hand naar ons toe. “Een glaasje Beaujolais voor de dames?” Wanhopig keek ik naar Laurence. Ik wilde kost wat kost verdere rampen vermijden. “Nee dankje,” zei ze snel. “Wij zijn bij de AA.”


(Kreun…)

maandag 17 november 2008

Ré-introduction de l’esclavage

Sinds de dag van de picnic leer ik voortdurend nieuwe mensen kennen. Het is een beetje een sneeuwbaleffect: je wordt uitgenodigd op een feestje, daar ontmoet je mensen die de week erop ook een feestje geven, daar zijn ook weer nieuwe mensen en zo gaat dat maar door en door, tot je het hele eiland rond bent (tenminste als je lang genoeg blijf). Zo heb ik ondertussen ook een aantal meisjes leren kennen, waar ik regelmatig mee afspreek. Jaja, sinds de picnic, zit ik geen moment meer stil. Letterlijk, want mijn nieuwe vriendinnen zijn een beetje slavendrijvers.

Wegens gebrek aan (betaalbare) activiteiten op Martinique, organiseren veel mensen een aantal keer per week zelf iets. Pokeravondjes, dinnerparty’s at home, kortom gezellige dingen. Toen mijn nieuwe vriendinnen me vertelden dat ook zij zo’n social-clubje hadden, was ik meteen voor het idee gewonnen. Een avondje of twee per week kletsen met een glaasje wijn erbij, zag ik wel zitten. Op de vraag of ik mee wilde doen en misschien zelf ook eens iets organiseren, antwoordde ik dan ook heel enhousiast ja, en begon al meteen na te denken over de hapjes die ik allemaal zou klaar maken.

Enkele dagen later belde een van de meisjes, Sonia, me op. Het was die avond bij haar te doen, en of ik zin had om te komen. “Prima,” zei ik, “om hoe laat word ik verwacht? Zal ik trouwens iets meebrengen?” Ik had de dag ervoor een fles cava in de koelkast gezet, en het leek me een uitstekend moment om die te openen. “Om 18u bij mij, doe best iets gemakkelijks aan, breng zeker een fles water mee, een handdoek en een sportmatje als je dat hebt. (HUH ??)

“Roselyne, ben je er nog?” “Euhhh, ja, ja… Wat gaan we eigenlijk doen?” “Sporten! Aerobics!” (Stilte) “Kom je? Kom maar, het zal je goed doen, een beetje zweten!” (Het is hier dag en nacht 35 f*** graden – ik zweet zowat constant!) “Euh ok, ik zal er zijn.”

Drie uur later stond ik tussen 2 andere meisjes een beetje te springen en te huppelen op muziek. Eigenlijk vond ik het wel leuk. Ze gingen niet te snel, het was niet te zwaar. Was ik blij dat ik toch gekomen was. Na een kwartier zei Sonia plots: “Iedereen opgewarmd? Neem dan nu de gewichten erbij.” En ze duwde me twee halters van elk 2 kilo in mijn handen. Heel even kreeg ik het een beetje benauwd, maar Sonia schudde me gauw weer wakker. “Et c’est parti! Un, deux, trois,… Et on change de côté! Un, deux, trois, quatre,… encore une série!” Tien minuten later hing mijn tong al op de grond. “Komaan Roselyne! Nog 15 erbij!” “Nee,” kreun ik, “ik kan niet meer!” “Jawel, komaan! Je moet!”

Na een uur lag ik letterlijk op de grond. Uitgeput, leeg, volkomen energieloos. Mijn spieren trilden over heel mijn lijf. Sonia kwam naar me toe. “Goed gedaan hoor, ik ben trots op je. Kom je overmorgen ook? Dan gaan we lopen.” Met mijn laatste kracht bewoog ik mijn hoofd van links naar rechts. “Tuurlijk wel, het zal je goed doen!”

Dus we gingen lopen. En in het weekend gingen we wandelen. Een wandeling die nadien een trektocht bleek te zijn van 12 kilometer in een nogal rotsachtig gebied, en dat in de vlakke zon. Volgende week opnieuw aerobics, en ik mag ook een yoga-avond organiseren.

En ik die dacht dat de slavernij op Martinique in 1848 was afgeschaft...


maandag 10 november 2008

Nègre je suis, nègre je resterai

5 november, 8 uur ‘s ochtends. Door de straten van Fort-de-France rijden de auto’s toeterend voorbij. Voor een keer niet uit file-frustratie, maar uit pure vreugde. Duizenden Martiniquais volgden deze historische nacht, die leidde tot de eerste zwarte in het Witte Huis. En nu vieren ze 'hun' overwinning.

Al maanden lang is de Obamanie op Martinique bezig. In januari 2008 werd zelfs de OOO opgericht, de 'Outremer-Obama-Organisation', een vereniging die pamfletten en gadgets verspreidt. Overal zie je mensen met badges, stickers op hun wagens, zelfs t-shirts met een foto van Obama erop, en steeds met dezelfde slogan: "Race doesn’t matter". Want ook al is de slavernij al 160 jaar afgeschaft, onderhuids leeft de rassenstrijd hier nog steeds, en zoeken de mensen naar bevestiging en hoop. Iets wat Barack Obama hen deze week heeft gegeven. De plaatselijke krant France-Antilles schreef: "L’élection de Barack Obama porte en lui un espoir pour tous les hommes de couleur de la terre. Les Martiniquais participent à cet immense sentiment de satisfaction."

De tranen die deze nacht op Martinique vloeiden waren echter niet enkel van vreugde, maar ook van verdriet, om hun geliefde Aimé Césaire. Aimé Césaire was een Frans-Antilliaans toneelschrijver, dichter, essayist en politicus. Samen met zijn goede vriend Léopold Senghor, de latere president van Sénegal, was hij een van de grondleggers van de négritude-beweging, een organisatie voor de emancipatie van de zwarte bevolking. Zesenvijftig(!) jaar lang was hij burgemeester van Fort-de-France en zetelde hij in tal van belangrijke Franse organen als vertegenwoordiger van Martinique. Hij spoorde de zwarte bevolking aan tot meer participatie in de politiek, en vocht voor hun sociale zekerheid. Hij leerde hen te durven uitkomen voor hun zwarte identiteit en er trots op te zijn. Aimé Césaire gaf zijn volk een stem. Toen hij op 17 april 2008 op 93-jarige leeftijd in het ziekenhuis van Fort-de-France overleed, was men tot ver buiten Martinique in nationale rouw.

Met de verkiezing van Obama is de hoop en vreugde weer teruggekeerd op Martinique. "Aimé Césaire zou trots op hem geweest zijn", klinkt het, en "Obama, rêve d’Aimé Césaire". Wat hadden de Martiniquais hem graag als president van Frankrijk gezien. Maar een nieuwe tijd breekt nu aan, met Obama als president van het machtigste land ter wereld. Laat hem mensen inspireren en begeesteren, net zoals Aimé Césaire dat deed.

~

"Ma bouche sera la bouche des malheurs qui n’ont point de bouche, ma voix, la liberté de celles qui s’affaissent au cachot du désespoir." (Aimé Césaire, Cahier d’un retour au pays natal, 1939)


maandag 3 november 2008

La boutique en ligne

Twee weken geleden zat ik een beetje in een dipje. Tijdens de zomermaanden zijn mijn ouders komen logeren (na elkaar welteverstaan, niet tegelijkertijd) en ook mijn beste vriendin is een weekje op vakantie gekomen. Na al dat bezoek had ik het ontzettend druk met over een weer vliegen naar België en Miami en daarna… Niets meer. Martinique, werken, Guadeloupe, werken, en weer van vooraf aan. Plots besefte ik dat ik hier na zes maanden eigenlijk helemaal niet zo veel mensen kende. En dus zat ik ‘s avonds alleen op mijn appartement triest te wezen.

Daar moest dus dringend verandering in komen. Maar hoe begin je aan zoiets? Alle sportclubs zijn hier zo schandalig duur, dat ik dat al van de baan had geschoven. En de gratis bloemschikcursus in de parochiezaal leek me ook maar niks. Nee, ik moest het anders aanpakken. Praktischer. Gerichter. Georganiseerder. Waarom niet… het internet! Hoewel… Plots voelde ik me een beetje zo’n zielig typje, dat de ene datingsite na de andere afschuimt. Maar ja, wat dan nog. Een beetje surfen kan nooit kwaad, en het is toch lekker anoniem.

Mijn initiële vraag dook al snel weer op: waar in godsnaam te beginnen? Het internet is zo gigantisch groot! Via een tip van mijn allerliefste nichtje, die in Parijs woont en dus praktijkervaring heeft, kwam ik terecht op de site van Couch Surfing. Couch Surfing is een website voor mensen die goedkoop willen reizen en op zoek zijn naar iemand die hun ‘couch’ ter beschikking willen stellen aan backpackers. Wat ik daar zag was te mooi om waar te zijn: een heuse Martinique-communitiy van wel 84 mensen. Allemaal met een eigen, volledig ingevuld profiel: foto, hobby’s, studies, werk, idealen, kortom, een heuse nieuwe-vrienden-catalogus!

Helemaal verheugd over mijn nieuwe project ging ik aan het shoppen. Mijn eerste vereiste: het moest een meisje zijn. Ik wil een vriendin, niet de zoveelste hitsige Antilliaan die wel eens een blondje wil proberen. (Jawel, dit argument heb ik écht al te horen gekregen! Bijzonder overtuigend, vooral omdat ik niet eens blond ben. De idioot.) Na grondig zoeken en vergelijken, kwam ik uit op een 28-jarig meisje met de naam Katell, een lerares Frans. Interesses: yoga en lezen, met in het bijzonder Amelie Nothomb en Jane Austen. Dezelfde hobby en dezelfde literaire voorkeur - geen twijfel mogelijk, dat was ze.

Snel stuurde ik haar een berichtje waarin ik mijn situatie uitlegde, en met de vraag of ze misschien een keertje wilde afspreken om elkaar te ontmoeten. Twee dagen later had ik een bericht terug. Ze vertelde dat de Couch Surfers van Martinique toevallig de aankomende zondag een picnic hielden op het strand van Anse d’Arlet, en ik was van harte welkom. Iedereen zorgde voor een hapje en een drankje, dus of ik ook een kleinigheidje kon meebrengen?

Na een hele week piekeren over wat ik zou klaarmaken (mini-scampibrochetjes met ananas was de uiteindelijke winnaar), vertrok ik zondagmiddag toch een heel klein beetje zenuwachtig naar het zuiden. Katell had me verteld waar ze zich ongeveer zouden bevinden, maar hoe vind je in godsnaam een bende onbekenden tussen een nog grotere massa onbekenden terug? Het antwoord kwam vrij snel. Na nog geen 50 meter wandelen, botste ik op een vrolijk groepje mensen, smullend van zelf gemaakte quiches en cakes. Een beetje verlegen vroeg ik of ik bij de Couch Surfers was, en ja hoor, ik zat goed.

Wat daarop volgde was een hele leuke namiddag van eten, drinken, kletsen, zwemmen, nog meer eten en drinken, zonsondergang, even zwijgen, weer kletsen en salsadansen bij maanlicht op het strand. Op het einde van de avond sprak ik met 3 andere meisjes af om de dinsdag daarop samen naar de yogales te gaan. Zielige typjes? Ik dacht het niet! Lang leve het internet!!